Melkgebit naar blijvend  Gebit

Als een kind wordt geboren heeft het nog geen tanden. Bij baby’s en peuters komen er telkens nieuwe melktanden bij. Vanaf gemiddeld het 7e levensjaar wissel je tanden en kiezen. De melktanden maken plaats voor een blijvend gebit.

Op 5 – 6 jarige leeftijd begint de eerste wisselfase met het doorbreken van de eerste blijvende kiezen achter de melkkiezen en het los gaan staan van voortanden. De meeste kinderen merken niets van het doorbreken van de nieuwe blijvende kiezen. Doorbrekende blijvende kiezen zijn net als melkelementen in die periode kwetsbaar voor het ontstaan van cariës. Het is daarom belangrijk ouders  daarop te wijzen om het ontstaan van cariës tegen te gaan.

Blijvende elementen hebben bij doorbraak al hun definitieve vorm en formaat en breken vaak scheef in de kaak door. Ze lijken ook relatief groot omdat de groeispurt nog niet begonnen is. Meestal lost de scheefstand zich vanzelf op, zodra de kaken gaan groeien. Soms breken de blijvende tanden net achter de melktanden door en ontstaat er een dubbele rij tanden dat voor het schoon houden van de tanden lastig kan zijn. Ook hier lost het probleem zich meestal van zelf op.


Hier is te zien dat de kiemen van de blijvende tanden (in het rood) achter de melktanden liggen.

Door beweging van de mond komen de melktanden los te staan en vallen deze er vanzelf uit. In een enkel geval zal de tandarts de melktanden moeten trekken. Naast dat het melkgebit wisselt, breken er achter het melkgebit ook 8 nieuwe grote kiezen en 4 verstandskiezen door. Het wisselen is meestal voltooid op 13 – 14 jarige leeftijd. Het blijvende gebit is echter pas compleet na doorbraak van de verstandskiezen(meestal tussen de 18 – 24 jaar). Soms breken de verstandskiezen helemaal niet door of zijn ze niet aangelegd.